Moment 4


De regen tikte tegen het donkergroene tentdoek. Het klonk alsof er buiten een man heel hard zat te typen op een typemachine. Onze slaapzakken waren aan elkaar geritst, waardoor er een tweepersoonsslaapzak ontstond. Het luchtbed was wel maar voor één persoon en de vloer was hard. Ik droeg een wollen trui en een pyjamabroek met beren. Pandaberen om precies te zijn. We zaten tussen de ballonnen en de slingers, en aten raketjes. De rode siroop droop langs je mondhoeken naar beneden, terwijl we woordpuzzels maakten, en scrabble speelden met Franse muziek op de achtergrond. Ik las je voor uit gedichten die ik zelf geschreven had.
Jij luisterde, of sliep.