036

Achterover vallen in het gras. Ik vertel je een verhaal, over hoe stom de dag was. Hoe lelijk de lucht vandaag en dat ik de zon en jouw kussen mis. Plots vallen de druppels van boven naar beneden. Soms op mijn neus, soms op mijn wang. Ik klaag dat het regent, maar jij pakt mijn hand vast en verzekert me dat het meeste er toch naast valt.

035

Het plukje haar zit precies op het plekje waar ik je zoenen wil. Met mijn vingers veeg ik het voorzichtig van je voorhoofd. Jij duwt mijn hand weg en doet je haar weer zoals het voorheen zat. Geeft niet, ik kus wel door jouw haren heen, want ik zal en moet je kussen, precies daar.

034

Ik mis je zo.

033

Het liefst lig ik naast je, val ik in je armen in slaap, krijg ik kusjes en hoor ik jou zeggen dat je van me houdt. Dan lach ik en wil ik zeggen "ik ook van jou" maar zeg dan liever "ik houd van jou".

032

Ik wilde even in je oor fluisteren dat ik ben aangenomen bij Creative Writing.

031

Ik zag je voor het eerst op de Dam, je drukte mij zachtjes tegen je aan en ik wilde je even niet meer loslaten. We dronken en praatten alsof we elkaar al jaren kenden. Woeien weg in het Vondelpark en ik was zo blij met jou.
Ik mis de tent van Koninginnedag, de slingers, maar er valt niets meer te vieren. Jij ziet het toch niet meer. Het is voorbij. Weg ballonnen, weg raketjes in bed, geen nachtelijke spelletjes en sigaretten. Nooit meer praten tot de zon op komt, tot de tijd en dagen vergeten zijn. Geen wijn en bier en koffie met teveel melk.
Kon ik je maar weer even zo zachtjes tegen me aandrukken, en dat jij dan even niet los zou willen laten. 

030

Mensen die ik niet ken op foto's. Ze lachen, en liefst wil ik weten waarom. Eigenlijk wil alles van je weten, wat je het liefst doet op een zonnige dag, hoe je jouw koffie drinkt, en hoe je haren ruiken. Of je rookt, welke kleur je het liefst je nagels lakt.
Ik ken je niet, maar misschien leren wij elkaar ooit kennen. Doe je jouw haren dan net zoals "op Facebook" en lach dan net zo echt als "op Facebook", en vertel je me dan waarom? Dan beloof ik een "vind ik leuk" voor jouw snoet.

029

Jouw haren waren heel erg lang, je zat er in je eentje mooi te wezen en te lachen. Er waren heel veel mensen die wij kenden. Ik verstond ze niet want de klanken waren dof en ik kon niks dan kijken, terwijl buiten grote sneeuwvlokken vielen. Het liefst wilde ik door je haren aaien, maar jij kende mij nog niet. De deuren waren hoog en jij kon niet bij de klink. We hadden een slee en zochten naar een meisje, maar ik had haar allang gevonden, maar toen was jij weer kwijt.

028

"Jij mag gelukkig zijn, als ik het zo lees."

Dat negennegentig procent van mijn schrijfsels verzonnen is, maakt verder niet uit.

027

Ik dacht dat de ergste pijn, altijd zoals die ene keer naakt in de sneeuw zou zijn. Dat ik mijn voeten was verloren en de alcohol zijn werk niet meer deed. Dat het warme water op mijn rug brandde alsof jij met glasscherven op mijn rug had geschreven dat ik niet goed genoeg voor je was.

026

Mijn bril staat scheef op mijn neus en het bloed druipt over mijn lippen naar beneden, de wasbak in. Ik teken een hartje en spoel het weg met het water. De spiegel is aangeslagen en ik stap in mijn ondergoed en mijn shirt onder de douche.
Het witte shirt plakt aan mijn lichaam en tussen mijn tenen gaat het bloed van de liefde. De douche is te heet maar op mijn knieƫn kan ik niet bij de kraan.
Laat mij de pijn maar voelen, het was toch altijd mijn schuld.

025

Wakker worden, aan jou denken, en weer in slaap vallen.
Dat is wat ik doe dezer dagen.

024

Een blinde vrouw in een boerka.

023

Ik wil je dingen vertellen, dingen van je weten, maar wij praten niet meer.
Ik hoop nog iedere dag wat van je te horen, al was het maar een simpele sms met, "ik mis je wel, zo" net als de eerste keer toen we elkaar vergaten te spreken.

Lieve Lotte, ik mis je zo.

022

In bed met een paraplu spelen we "Ja Zuster Nee Zuster" na, de andere negenennegentig liedjes van Annie M.G. klinken door het huis en ik val op je buik in slaap. Zo zou het altijd mogen zijn.

021

Ik stapel glazen jampotjes met rupsen en spinnenetjes. Ik wil niet dat de spin Sebastiaan heet en van rupsen krijg je nooit genoeg, ze worden vlinders. Wij worden ook wat ouder, maar krijgen nooit de vleugels om te vliegen.
We kregen benen om te vluchten, en ik nog korte ook.

020

Je benen bungelen in de Leidsevaart. Ik denk aan hoe jij mij voor het eerst zoende. Je steekt een sigaret op en je rookt hem het allermooist van alle meisjes op de aarde. Ik wil niets liever dan de tabak in mijn mond proeven, wanneer jij je lippen zo fijn op de mijne drukt. Je handen door mijn haren en jouw vest over mijn schouders om de nacht te vieren.

019

"Lekker mmmm"

018

Je onderbroek zakt halverwege je billen, een gat in je panty en je shirtjes zijn te groot. Zonder kleren ben je nog mooier maar ondanks dat de kleren te groot zijn, passen ze jou. Trek je sokken op, druk kussen op mijn wangen en strik je veterlaarsjes.